De Basilica Sisterne
Het is bekend als de Basilica Cisterne omdat het zich onder de Stoa-basiliek bevindt. De cisterne is een gigantische constructie met een rechthoekig gebied van 140 meter lang en 70 meter breed. In de cisterne bevinden zich 336 pilaren, elk 9 meter hoog en men kan via de stenen trap met 52 treden naar beneden afdalen. Deze pilaren, die met intervallen van 4,80 meter van elkaar opgesteld zijn, vormen 12 rijen van 28 in elke rij.
Na de verovering van Istanbul door de Ottomanen in 1453 werd het nog een tijdje gebruikt en werden de tuinen van het Topkapi-paleis, waar de sultans woonden, van hieruit met water voorzien. De Ottomanen, die de voorkeur aan leidingwater gaven, dat wil zeggen aan stromend water, in plaats van stilstaand water, hebben hun eigen watervoorzieningen in de stad opgezet en hebben deze cisterne niet meer gebruikt. De cisterne werd in de jaren tussen 1544 en 1550 herontdekt door de Nederlandse reiziger P. Gyllius, die naar Istanbul kwam om de Byzantijnse ruïnes te onderzoeken.
Bovendien is Medusa volgens de legende een van de drie Gorgonen, de vrouwelijke monsters van de onderwereld in de Griekse mythologie. Medusa met de slangenkop, een van deze drie zussen, had de kracht om degenen die naar haar keken in steen te veranderen. Volgens sommigen werden Gorgonen-schilderijen en sculpturen in die tijd gebruikt om grote gebouwen en privéplaatsen te beschermen en daarom werd het hoofd van Medusa in de cisterne geplaatst.